Als het kabinet zijn zin krijgt, wordt de salderingsregeling voor eigenaren van zonnepanelen vanaf 2023 afgebouwd. Elk jaar mogen zij 9 procent minder salderen, totdat het feest in 2031 echt voorbij is. Onderzoekers en politici zijn kritisch over de plannen.
Critici van het afbouwbeleid maken zich zorgen over de oplopende terugverdientijd en de gevolgen van het beleid voor het draagvlak voor zonnepanelen. Ook twijfelen ze over de ‘redelijke vergoeding’ die voor de saldering in de plaats komt.
Niet meer rendabel
“In de energietransitie willen we het draagvlak onder bewoners behouden en liefst vergroten”, zegt Karin Dekker, voorzitter Duurzaamheid van de G40, een vereniging van middelgrote steden. “Afbouw van deze regeling staat haaks op de lokale inspanning die van ons als gemeenten wordt verwacht tegen de achtergrond van het Urgenda-vonnis.” Onderzoeksbureau Fakton, dat zich bezighoudt met ontwikkelvraagstukken op het gebied van vastgoed en energie, concludeert dat zonnepanelen vanaf 2024 niet meer rendabel zullen zijn voor woningcorporaties.
Geen overstimulering
Ook de Stichting Economisch Onderzoek (SEO) is niet overtuigd. De stichting maakt korte metten met de argumenten van minister Wiebes om de salderingsregeling voor zonnepanelen af te bouwen. De onderzoekers menen dat van overstimulering in de huidige situatie helemaal geen sprake is. De Tweede Kamer heeft op zijn beurt grote zorgen over de ‘redelijke vergoeding’ die eigenaren van zonnepanelen zullen ontvangen voor hun opgewekte zonnestroom. Politici wijzen erop dat met de afbouw van de populaire regeling de terugverdientijd meer dan tien jaar gaat bedragen. Dit vinden zij niet acceptabel.
